Geschiedenis van het Sieraad

De mens heeft waarschijnlijk altijd al de behoefte gehad om zichzelf te verfraaien. Het sieraad heeft dan ook een tienduizende jaren oude geschiedenis. Door archeologen in Zuid-Afrika gevonden schelpjes met gaatjes erin (vermoedelijk gedragen als ketting) en zo'n 77.000 jaar oud behoord tot de oudste tot nu toe bekende sieraden. Onze pre historische voorouders maakten sieraden van touwtjes, bijzondere stenen en hout die bescherming moesten geven tegen de vijand.

Aan de verdere ontwikkeling van het sieraad hebben vooral de Egyptenaren veel bijgedragen. Circa 5000 voor Christus maakten ze al prachtige armbanden van goud en scarabee. In graven van belangrijke farao's zijn verschillende soorten kettingen gevonden gemaakt van glas, teracotta en goud.

Na het bronzen tijdperk kwamen we erachter hoe je metaal kan smelten en daarmee ontstond de mogelijkheid om het metaal in vormen te gieten.

Een paar eeuwen voor Christus droegen vrouwen in Etrurié (Italié) holle hangers aan hun kettingen. Hierin zaten vaak stenen of relieken waarvan ze geloofden dat het hen bescherming gaf. De oude Grieken liepen in die tijd ook met goud om hun nek maar in dit geval was het meer een statussymbool.

In de middeleeuwen had het dragen van kettingen een grote vlucht genomen en waren er al vele verschillende soorten kettingen gemaakt van kralen voor de minder bedeelden en van goud, juwelen en emaille voor de rijkste onder het volk.

Koningin Victoria stond erom bekend dat ze gek was op alles met een hoog "bling bling" gehalte zoals edelstenen, glazen kralen en medaillons.

In de 19e eeuw werd het hip om allerlei versiersel aan je ketting te hangen. Van klokken tot parfumflesjes alles kon en mocht.